Zelf metselen

Waar moet je op letten als je zelf gaat metselen? In een korte workshop geven we enkele tips.

Metselen! Hoe doen ze dat toch zo mooi?

Een muurtje metselen, een vloer storten, tegels lijmen?! Het is niet zo moelijk, als je maar het juiste product gebruikt. Een fabrikant als Beamix heeft vele producten. Dit zijn veelal kant en klare mortels waar je alleen nog maar water aan toe hoeft te voegen. Het voordeel van kant en klare mortels is dat er in iedere zak hetzelfde uitgebalanceerd product zit. Hierdoor is de kwaliteit en kleur constant. Lees goed op de verpakking welk product jij nodig hebt.

Voor bijvoorbeeld het metselen gebruik je metselmortel. Mortel is de benaming voor het mengsel zonder water. Zodra je er water aan toevoegd, heet het specie. De hoeveelheid water die je moet toevoegen en hoe lang je moet mengen staat op de verpakking aangegeven. Houd je hier ook aan, anders bereik je niet de gewenste kwaliteit en verwerkbaarheid.

Maar met alleen metselspecie kom je er niet. Je hebt natuurlijk ook stenen nodig en die moet je op de juiste wijze op elkaar metselen. Hieronder zie je hoe dat moet.

	1. Muren voor een schuur of garage kun je het beste opbouwen bovenop een betonnen vloer. Voor een omheiningmuur kun je kiezen tussen een gestorte of gemetselde fundering. Zorg voor voldoende materiaal en de juiste gereedschappen.
	2. De verticale voeg tussen twee stenen heet “stoot-voeg“. Horizontaal tussen twee lagen zit de “lintvoeg“. De “koppenmaat“ is de breedte van een steen plus de dikte van een stootvoeg. De “lagenmaat“ is de steendikte plus de dikte van de lintvoeg.
	3. Een “klampmuur“ (a) is onder andere geschikt voor het opvullen van gaten, b.v. om een deuropening dicht te metselen; een “halfsteens“ muur (b) is geschikt voor spouwmuren en binnenmuren; een “steens“ muur (c) voor omheiningen en tuinmuren.
	4. Een gemetselde fundering kan het beste 2,5 à 3 keer de dikte hebben van de muur die er op komt. Het “vuile werk“, dat zich onder de grond bevindt, kan trapsgewijs opgebouwd worden.
	5. Bevestig een plaatje stevig triplex op de betonnen ondergrond of op een paaltje, dat je eerst in de grond geslagen hebt. Gebruik een (beton)spijker. Maak de verticale hoekprofielen vast aan het plaatje.
	6. Zet de profielen verticaal waterpas m.b.v. schoren. Zorg ervoor dat de schoren aan de buitenkant van de profielen bevestigd worden, anders zouden ze in de weg zitten bij het metselen.
	7. Met een lange rechte lat en een waterpas breng je op alle profielen een “nullijn“ aan, ongeveer 1 m boven de vloer. Dit is een nauwkeurig klusje, omdat je hiermee de basis legt voor perfect horizontale lijnen in het metselwerk.
	8. Plaats ook vast het deurkozijn. Bevestig de schoren aan de binnenzijde van de stijl. Een lat tussen de twee staande zijden voorkomt dat de stijl door de druk van het metselwerk naar binnen door gaat buigen.
	9. Bepaal de lagenmaat. Leg 10 stenen op elkaar en meet de gezamenlijke hoogte op. Deel dat getal vervolgens door 10 en tel er de dikte van de lintvoeg (ca. 10 mm) bij op. Breng de lagenmaat over op een rechte lat, de “lagenlat“.
	10. Om de lagenmaat op de profielen te zetten, moet je eerst de nullijn op de lagenlat overnemen. Plaats de nullijn van de lagenlat steeds nauwkeurig tegen de nullijn op de profielen. Teken dan alle lagen af.
	11. Voor je een laag gaat metselen, spant je eerst een draad tussen de profielen, precies op de hoogte van de gemarkeerde lagenmaat. Maak de draad met een knoop vast. Je kan ook een speciaal klosje maken of kopen. Dat werkt iets handiger en sneller.
	12. Door tussen twee profielen een laag stenen te leggen, kan je de koppenmaat en de dikte van de stootvoeg bepalen. Zorg ervoor dat de stootvoeg ongeveer tussen de 8 en 13 mm wordt. Neem de verdeling over op een rechte lat: de “koppenlat“.
	13. Breng de metselspecie aan zoals de illustratie laat zien. Gebruik een troffel met een ronde top. Zet eventueel met de punt van de troffel wat specie tegen de kopse kant van de eerder gelegde steen.
	14. Vlij de steen tegen de andere steen aan. Met de aangegeven beweging zorg je ervoor dat ook de stootvoeg zich goed met de specie vult.
	15. Corrigeer de plaatsing van de steen door de steen een beetje te verschuiven. Let erop dat de steen de draad net niet raakt en dat de steen niet kantelt.