Met de auto op wintersport
Als je met de auto op wintersport gaat krijg je te maken met extreme weersomstandigheden. Een goede voorbereiding is dan ook geen overbodige luxe.
Tijdens de wintersport zijn de omstandigheden een stuk zwaarder voor de auto door de lage temperaturen, gladheid en pekel.
Zorg eerst voor de juiste banden. Laat winterbanden monteren. De grote voordelen van winterbanden zijn de betere grip op sneeuw en ijs en het feit dat je minder snel kettingen nodig hebt. In het buitenland kan het niet gebruiken van winterbanden leiden tot medeaansprakelijkheid voor een ongeval.
Controleer voor een lange wintersportrit vooral de bandenspanning en profieldiepte van de banden. Neem een volwaardige reserveband mee als je auto is voorzien van een noodwiel. Een sneeuwketting past namelijk niet om een noodwiel.
Voordat je op wintersport gaat is het ook verstandig om je auto een winterbeurt te geven. De dealer zorgt er voor dat alle onderdelen tegen een wintertocht kunnnen en dat de kans kleiner is dat je met pech langs de weg staat.
Zorg er ook voor dat je de juiste spullen bij je hebt zodat je niet halverwege je tocht niet meer verder kunt doordat je bijvoorbeeld geen sneeuwkettingen bij je hebt.
Schaf de volgende spullen aan en neem deze mee: sneeuwkettingen, startkabels, sleepkabel, jerrycan met reservebrandstof, verbanddoos (in sommige Europese landen verplicht, onder andere Duitsland en Oostenrijk), olie en koelvloeistof.
Daarnaast zijn een spuitbus met ruitontdooier, ijskrabbers, slotontdooier (niet in de auto bewaren), een paar matten om het wegrijden uit diepe sneeuw te vergemakkelijken, een schep, een deken en een paar goede werkhandschoenen erg handig om mee te nemen.