Het gazon
Gras, of beter gezegd het gazon, speelt een grote rol in de tuin. Gras vormt de stoffering van de tuin. Het geeft een warme, groene uitstraling maar houdt de tuin wel open en overzichtelijk.
Maar welke grassoort is geschikt voor welke tuin, waar moet je op letten bij het leggen en onderhouden van je grasmat?
Speelgazon is uitermate geschikt voor tuinen waar regelmatig op wordt gespeeld en gelopen. Het is fijn en decoratief gras dat je kort kunt maaien. Het bestaat uit een mengsel van verschillende grassoorten: 25 procent Engels raaigras, 25 procent gewoon roodzwenkgras, 25 procent fijn roodzwenkgras en 25 procent veldbeemdgras.
Wanneer je het gazon uitsluitend gebruikt als siergazon en er zelden of nooit op wordt gelopen, kies dan voor een speciaal siergazonmengsel. Dit bestaat uit 30 procent fijn roodzwenkgras, 50 procent gewoon roodzwenkgras en 20 procent veldbeemdgras. Je krijgt een fijn en decoratief gazon met een trage groei. Dit gras kan prima op een schaduwrijke plaats liggen en blijft zelfs in de winter mooi groen. Wel vereist het een goed onderhoud. Dat betekent dat je het drie keer per week moet maaien. Ook is het belangrijk regelmatig te verticuteren, bemesten en ziekten te bestrijden.
Sportgazon ligt op trapveldjes, speelterreinen en in bijvoorbeeld voetbalstadions. Dit gras heeft het hele jaar door een groot herstelvermogen, waardoor er intensief op kan worden gelopen en gespeeld. Het mengsel van Engels raaigras en veldbeemdgras zorgt voor een dichte en gezonde grasmat.
Nu je een keuze hebt gemaakt tussen de verschillende graszoden kun je aan de slag. Hieronder een aantal tips voor het leggen van een goede en gezonde grasmat.
Vooraf:
- Begin met het omspitten van de grond tot ongeveer 40 centimeter diep.
- Vermeng de grond met een natuurlijke meststof. Gras heeft veel voedingsstoffen nodig. Daarom is het belangrijk om te beginnen met een voedzame bodem. Meng de meststof door de bovenste laag van 15 centimeter.
- Bij leem- of kleigrond is het verstandig om gaten van 80 centimeter diep te graven op onderlinge afstand van een meter. Vul deze gaten met grof puin of grof zand. Dit zorgt voor een goede afvoer van regenwater. Egaliseer de toplaag met een hark en druk hem vervolgens aan.
Graszoden leggen:
- Rol de graszoden zo dicht mogelijk tegen elkaar uit.
- Vul de naden tussen de zoden aan met tuingrond of potgrond.
- Rol de zoden licht na om kleine oneffenheden weg te werken.
- Geef de graszoden de eerste weken ruim water (wanneer het droog is). Doe dit 's ochtends vroeg of 's avond. Zeker niet zomers overdag wanneer de zon erop schijnt, dan droogt het gras uit
Onderhoud:
- Maai het gazon regelmatig (om de 8 à 10 dagen) en haal het maaisel weg om rotting en verdichting van de bodem tegen te gaan.
- Verder moet je een gazon regelmatig blijven bijmesten. Hiervoor kun je compost gebruiken of andere fijne materialen.
- Om mos (de grootste plaag voor je gazon) tegen te gaan, heb je een uniek zeven stappenplan. Dit zeven stappenplan zorgt er ook voor dat je gras het hele jaar groen blijft. De eerste vier stappen kun je nu doen.
Stap 1: Verticuteren
Stap 2: Zaaien met graszaad
Stap 3: AZ kalk strooien. Hierdoor krijgt mos geen kans.
Stap 4: Bemesten